links  |  sitemap  |  contact
 






























RijnlandRoute

Noodzaak Geschiedenis Organisatie Intentieverklaring Vervolgtraject Tracé Stuurgroep
Onder de naam RijnlandRoute onderzoekt de provincie Zuid-Holland in samenwerking met de regio Holland Rijnland welke aanpassingen aan het wegennet nodig zijn om de verkeersdoorstroming tussen Leiden en de kust te verbeteren. Het gaat daarbij om de verbinding tussen de A4 en de A44 en marinevliegkamp Valkenburg/ Katwijk.

Noodzaak
De toenemende drukte in deze regio veroorzaakt ernstige files. Hierdoor zijn bedrijven minder bereikbaar en klagen bewoners over sluipverkeer, geluidshinder en stankoverlast. Het ontwikkelen van de RijnlandRoute is van groot maatschappelijk belang, omdat het niet alleen een oplossing biedt voor de onacceptabel slechte bereikbaarheid van de regio, de RijnlandRoute is tevens noodzakelijk voor de woningbouwopgave en de groei van de werkgelegenheid. Samen met de betrokken gemeenten, bedrijven, bewoners en belangenorganisaties wordt gezocht naar een structurele oplossing die de bereikbaarheid en leefbaarheid verbetert en de ruimtelijke en economische groei stimuleert. Als het aan de regio ligt, is deze oplossing er zo snel mogelijk; in ieder geval vóór 2014.

Geschiedenis
Door verschillende organisaties uit overheid én bedrijfsleven is er herhaaldelijk op aangedrongen om de oost-west verbindingen in deze regio te verbeteren. In 2003 heeft Gedeputeerde Staten besloten om de projecten “verbreden N206 Katwijk-Leiden” en ”verbinding A4-A44” samen te brengen in het project RijnlandRoute. Het project is opgenomen in het Meerjarenprogramma Investeringen Provinciale Infrastructuur (MPI) van de provincie. Dat betekent dat de provincie bereid is te investeren in de Rijnlandroute als de studie uitwijst dat dit nuttig is. Medio 2004 is aan DHV opdracht verleend om de verkenning Rijnlandroute uit te voeren. Er is een stuurgroep ingesteld onder leiding van gedeputeerde Van Nieuwenhoven met vertegenwoordigers van Holland Rijnland en Haaglanden (zie hieronder voor samenstelling van de stuurgroep).

Op 18 maart 2005 zijn de eerste resultaten van de verkenning aan de Stuurgroep teruggekoppeld. Op basis hiervan heeft de provincie aan de regio gevraagd om vóór 2 juni 2005 advies uit te brengen aan de Stuurgroep met betrekking tot de kansrijke alternatieven van de route. In de daarop volgende weken is de studie breed behandeld in diverse commissies en raden. Op basis van het rapport Verkenning van de RijnlandRoute d.d. 17 april 2005 stelde het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland voor een aantal tracés als kansrijk te beschouwen en mee te nemen in de planstudiefase. Daarin was het Korte Vliettracé zoals dat in de verkenning was onderzocht (een geboorde tunnel) afgevallen onder meer vanwege de kosten en de complexiteit. Daarop heeft de gemeente Voorschoten op eigen initiatief een goedkoper alternatief voorgesteld voor het Korte Vliettracé namelijk volgens een zogenaamde ‘in situ’ bouwmethode. In een extra vergadering van het Dagelijks Bestuur eind april is besloten deze variant mee te nemen in het concept advies naar het Algemeen Bestuur. Op 18 mei 2005 heeft het AB tijdens een lange vergadering waarbij gemeenten een aantal voorwaarden en voorbehouden hebben aangegeven, uiteindelijk het concept advies unaniem vastgesteld.

Op 2 juni 2005 heeft de Stuurgroep RijnlandRoute besloten om aan Gedeputeerde Staten de volgende tracés voor nader onderzoek in de Planstudie RijnlandRoute voor te leggen:

  • Deel Katwijk-A44:
    • Verbreden N206
    • Valkenburg Zuid
  • Deel A4-A44:
    • N11 west/A11
    • Korte Vliet/Oude Rijntracé (volgens de in-situ bouwmethode)

Hiermee heeft de Stuurgroep het advies overgenomen dat het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland op 18 mei 2005 unaniem heeft vastgesteld.

In navolging van de discussies die in het Algemeen Bestuur gevoerd zijn, heeft de Stuurgroep een aantal aandachtspunten voor de uitwerking geformuleerd waaronder de maatregelen die nodig zijn voor landschappelijke inpassing en de afstemming tussen de voorgenomen bebouwing van marinevliegkamp Valkenburg en het westelijke deel van de RijnlandRoute.

Voor het volledige besluit, klik hier:
Overgebleven traces
Intentieverklaring
Op 12 februari 2007 ondertekenen de Minister van Verkeer en Waterstaat, mevr. Karla Peijs, de gedeputeerde van de provincie, de heer Martin Huls en een vertegenwoordiger van het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland, de heer Jos Wienen, een intentieverklaring over de Rijnlandroute. Hiermee is een nieuwe stap gezet op weg naar realisatie van deze oost-west verbinding tussen Katwijk en de A4. Met de ondertekening bevestigt de Minister haar eerder uitgesproken commitment aan de verbinding, met name voor het deel tussen de A4 en de A44. Hiermee wordt Verkeer en Waterstaat formeel deelnemer aan de planstudie Rijnlandroute.

Vervolgtraject
Eind september rondt de Provincie de zogenaamde Maatschappelijke Kosten-Batenanalyse (MKBA) af. Hierin worden alle varianten onderzocht op hun maatschappelijke relevantie. Daarbij wordt gekeken naar economische voordelen, de milieu-effecten, de verkeersbaten en alle andere effecten die van de Rijnlandroute verwacht worden. Op 5 oktober 2007 zal in het kader van de As Leiden-Katwijk (bestuursconferentie) het materiaal door de bestuurders die in de As Leiden-Katwijk actief zijn, bekeken worden. De effecten op Valkenburg, de Rijngouwelijn, de groene bufferzone en het groen-blauwe raamwerk worden daarbij in beeld gebracht. Met dat beeld zullen de bestuurders in de diverse stuurgroepen een voorkeur uitspreken voor één van de varianten. Op 10 oktober gebeurt dat in de Stuurgroep Rijnlandroute.
Vervolgens heeft de Gedeputeerde een gesprek hierover met de Minister om te kijken of de Minister bereid is bij te dragen aan deze variant, in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Dit gesprek vindt naar verwachting eind oktober 2007 plaats.

Maatschappelijke Kosten-Batenanalyse en Nut- en Noodzaakstudie

Holland Rijnland kiest voor tracé Rijnlandroute
Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft in zijn vergadering van 26 maart met de grootst mogelijke meerderheid een keuze gemaakt voor een tracé van de Rijnlandroute. Het gaat om het tracé van de A4 door de Oostvlietpolder en de gemeente Voorschoten, langs de wijk Stevenshof en vervolgens gebundeld met de A44 naar de te verdubbelen N206 richting Katwijk (zie afbeelding hieronder). Holland Rijnland heeft hiermee het advies van de Stuurgroep Rijnlandroute overgenomen.

Een reeks van amendementen van de gemeente Voorschoten waaronder het voorstel om het Korte Vliettracé in het vervolgonderzoek mee te nemen, is door het Algemeen Bestuur verworpen. De vertegenwoordigers van de gemeente Voorschoten konden hierdoor niet instemmen met de tracékeuze, ondanks een indringend beroep van vertegenwoordigers van de overige gemeenten om gezamenlijk te blijven optrekken. In het vervolg blijft Holland Rijnland zich sterk maken voor een zorgvuldige inpassing van de Rijnlandroute en goede aansluitingen op het lokale wegennet.
In april zal Gedeputeerde Staten een standpunt over het voorkeurstracé innemen en voorleggen aan Provinciale Staten. Vervolgens zal een milieueffectrapportage worden opgesteld waarin het voorkeurstracé verder wordt uitgewerkt. De beoogde startdatum voor de uitvoering is 2012.

Organisatie
In dit project trekken de provincie Zuid-Holland (projectleider) en de regio Holland Rijnland grotendeels gezamenlijk op.

De ambtelijke organisatie is vormgegeven in een kerngroep en een projectgroep. De kerngroep bestaat uit het projectmanagement van de provincie en een vertegenwoordiger van Holland Rijnland. De projectgroep bestaat uit de kerngroep uitgebreid met vertegenwoordigers van de gemeenten Katwijk, Leiden, Oegstgeest, Rijnsburg, Valkenburg, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude.

Samenstelling Stuurgroep
Provincie
Dhr. G. Veldhuijzen (voorzitter)
Dhr. B. Groen (secretaris, projectleider)
Holland Rijnland
Dhr. P.A. Glasbeek (portefeuillehouder Holland Rijnland)
Dhr. H.H.V. Horlings (gemeente Voorschoten)
Dhr. J.P.R.M. Steegh (gemeente Leiden)
Dhr. W.M. de Jong (gemeente Katwijk)
Dhr. Wassenaar (gemeente Zoeterwoude)
Dhr. J. Smink (projectleider Holland Rijnland)

Neem contact op met de programmamanager Verkeer en Vervoer
Stuur een e-mail (071) 523 90 34